1946: Oorlogsverhaal

1946: Oorlogsverhaal

Bevrijdt van de Duitsers was scouting weer toegestaan en kwamen de eerste verhalen boven water over scouting tijdens de oorlogsjaren.

Het volgende stuk komt uit het aprilnummer (nr 4 uit 1946) van “IMPEESA”, de voorganger van “DE WOUDLOPER” en “’t Spoortje”, ons groepsblad.

De schrijver is nog onbekend. Het Impeesatroephuis stond toen samen met de troephuizen van Flehite en Cay Noya in het bos aan Laan 1914 op het graasveld van de Sinai.

Jongens, 2 April 1941 was het vijf jaar geleden dat de Padvinderij door de bezetters werd verboden, nadat zij reeds op velerlei manieren in haar activiteit was belemmerd. Nu wil ik wel eens vertellen hoe het toen, speciaal bij onze troep toeging.

Die bewuste Woensdagmorgen had ik het laatste uur vrij van school en was in onze tuin aan het werk toen om ongeveer half twaalf een Cay Noya verkenner in grote opwinding naar me toe rendeen al van verre brulde dat de Padvinderij was verboden, dat de troephuizen zouden worden verzegeld en dat er bij de leiders huiszoeking werd gedaan! Even stond ik perplex… Maar direct hadden we ons besluit genomen: Zo snel mogelijk naar het troephuis en de waardevolle spullen eruit slepen. We renden naar mijn huis, pakten een paar fietstassen en plunjezakken en in een run ging het door naar het troephuis. Daar was nota bene nog niemand geweest!

Zo vlug mogelijk haalden we de belangrijkste voorwerpen, die we vlot konden meenemen eruit. Alles heel schichtig en steeds stonden we op de uitkijk, want we waren bang dat de Moffen zouden komen opdagen. Binnen een kwartier hadden we alle bergruimte volgepropt en brachten alles zo snel mogelijk weg. Gauw even wat eten en meteen weer op pad.

We alarmeerden zo veel mogelijk jongens. Zo hoorde ik toen ook dat er bij onze Hopman huiszoeking was geweest en dat hij naar Utrecht was vervoerd. Bij hem was alles overhoop gehaald en een groot deel der administratie was in beslag genomen.

Wie het nu precies waren weet ik niet meer, maar met oa met Kees, Sam en Dick slopen we naar de troephuizen toe, zo voorzichtig mogelijk want we zagen daar mensen lopen. Dit bleken echter enige rechercheurs te zijn met wat leiders en een stelletje verkenners. De heren hadden gelukkig geen kwaad in de zin.

Jongens van Flehite waren met de bakfiets hun troephuis aan het leegslepen en ook wij togen aan het werk en haalden alles wat los en vast zat eruit.

Zo hebben we nog veel kunnen redden, en dat alles in koortsachtige haast, steeds maar uitkijkend of er geen Moffen kwamen opdagen.

Tal van leiders hebben enige dagen in de cel gezeten, maar daar zijn ze allen weer goed uitgekomen.

Districtswedstrijden N.P.V.1946

Tweeden Paaschdag werd op het terrein achter de School voor de Wijsbegeerte aan den Doodenweg het eerste gedeelte van de districtswedstrijden van het district Amersfoort der N.P.V. gehouden.

Vele Padvinders uit Amersfoort en omgeving waren gekomen om hun krachten te meten op het gebied van de padvinderstraining. Het deed ons genoegen te mogen vaststellen dat ook aan het onderdeel Lichamelijke Opvoeding bijzondere aandacht werd besteed, waarbij zeer behoorlijke resultaten werden bereikt. De wedstrijden, welke onder leiding stonden van Oubaas Herks, die daarbij geassisteerd werd door de voortrekkers van de “Teding van Berkhoutstam”, hadden een vlot verloop en de Jury bestaande uit den Districts Commissaris Oubaas Dormaar uit Amersfoort, terzijde gestaan door de assistentdistricts Commissarissen Oldeman en van Willigen beiden uit Zeist, zal geen gemakkelijke taak hebben bij het beoordelen wie de winnende patrouille van dezen eersten dag is.

Padvinders vierden den St. Jorisdag

Den 23sten April vieren over de geheele wereld de padvinders St. Jorisdag. Op dezen dag gedenken zij de strijd van den ridder tegen de draak, dus van het goede tegen het kwade. Op dien dag dragen alle padvinders een roode tulp als symbool van de overwinning, die het licht op de duisternis behaalde.

Zoo ook in onze stad, reeds vroeg in de morgen werd er door ongeveer 1400 padvinders een vlaggeparade gehouden. De deelnemers vertegenwoordigen de Nederl. Padvinders, de Katholieke Verkenners, de meisjes van het padvindersgilde e.a.

De plechtigheid werd geopend met de z.g. Horderoep door Akela Guikers, die vanaf de als raadsrots fungeerende Kei haar kreet tot de Welpen liet hooren.

Dan komen de kabouters het carré binnen, en stillen zich op.

“Wilskracht” speelde toen het “Wilt heden nu treden” waarna door Hopman Vermeulen een gebed werd uitgesproken. Daarna werden de vlaggen onder hoorngeschal geheschen, dan volgde de uitreiking der tulpen en het formeeren voor de marsch. Het motto van de dag werd uitgegeven door den districtscommissaris der N.P.V. J. Doormaar.

Met begeleiding van het politiemuziekcorps en “Wilskracht” werd daarna een marsch door de stad gehouden.

Om 6 uur ’s avonds waren allen weer op de Hof, waar de vlaggen werden gestreken waarna de padvinders(sters) met begeleiding van het politiemuziekcorps naar het Openlucht Theater marcheerden.

Om half acht werd o.l.v. ds. Henkel uit Hilversum een dienst gehouden, daarna nam het traditionele kampvuur een aanvang. De sfeer, die op dit samenzijn herschte was er een van gepaste vreugde.

Vaandrig Koster vertelde de St. Joris legende, terwijl de voortrekkers de Tedingh van Berkhoutstam een spel: “Het geuzenvendel op de thuismarsch”, opvoerden.

Met de broederschapsketen en beloftevernieuwing kwam het einde van de zeer stijlvolle herdenking.

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten