Zeeroverslied
De machtigste koning van storm en van wind
Is de arend geweldig en groot
De vogels zij sidd’ren en vluchten van angst
Voor zijn snavel en klauwende poot
Als de leeuw verheft zijn gebrul des nachts
Dan verschrikt hij de dieren daarmee
Ja wij zijn de heersers der aard’
De koningen van de zee
Refrein:
Tiralala, tiralala, tiralala, tiralala,
Tiralala, tiralala, tiralala hoi hoi
Ja wij zijn de heersers der aard’
De koningen van de zee
Verschijnt er een schip aan de horizon
Dan juichen wij luide en wild
Ons trotse schip als een pijl uit de boog
Klieft terstond door het watere zilt
En de koopman wordt bang en hij siddert van angst
De matrozen verwensen die dag
En daar klimt dan langs de mast omhoog
Onze bloedrode zeeroversvlag
Wij werpen ons op het vijandige schip
Als een wegslingerende speer
De kannonen dreunen, ’t geweer klinkt allom
En de enterbijl hakt keer op keer
En reeds zakt de vlag van de vijand omlaag
Overwinningsgeroep klinkt omhoog
Lang leven de bruisende zee
Lang leve de zeeroverij